Craspedacusta sowerby Lankaster, 1880 zoetwaterkwal
Kenmerken | Parapluvorm met vier radiale en een circulair kanaal. De tentakels variƫren in lengte en zitten in groepen van 3-7 korte tentakels met daartussen de langere. |
---|---|
Kleur | Doorzichtig met witte of groene schijn, de kanalen zijn wit. |
Voorkomen | Stilstaande en langzaam stromende wateren. |
Voedsel | Zoƶplankton. |
Voortplanting | Geslachtelijk en ongeslachtelijk. |
Grootte | Tot 22mm. |
Craspedacusta sowerby is oorspronkelijk afkomstig uit China en inmiddels over bijna de hele wereld verspreid. Het is de enige zoetwaterkwal die in Nederland voorkomt en voor het eerst in 1930 in Nederland waargenomen.
Het "kwalletje" is alleen te zien als de watertemperatuur hoog genoeg is, de rest van het jaar leeft het diertje als poliep. Gedurende de wintermaanden trekt de poliep samen en neemt een overwinteringsvorm aan, deze rustende samengetrokken poliep heet een podocyst. Als de omstandigheden weer beter worden veranderd de podocyst weer in een poliep. De afzonderlijke poliepen zijn 0,5-2mm groot, 2 tot 4 poliepen kunnen een groep vormen die 5-8mm lang is. Met het blote oog dus bijna niet te ontdekken.
De voortplanting gebeurt bijna altijd ongeslachtelijk. Dit kan op drie manieren. Het vormen van nieuwe poliepen door knopvorming en deling. De poliepen vormen zo een groep. Het vormen van frustulae door afsnoering, deze kunnen een stukje zwemmen voordat ze zich ergens vastzetten. Ze transformeren dan in een nieuwe poliep. Het vormen van medusae, dit is het eigenlijke kwalletje dat zich geslachtelijk voort kan planten. Dit gebeurt door middel van eitjes die in het water bevrucht worden en zich ontwikkelen tot planula larven. De planula larven zetten zich ergens vast en ontwikkelen tot poliepen. De geslachtelijke voortplanting is zeldzaam, dit komt omdat de meeste populaties ofwel mannelijk ofwel vrouwelijk zijn.
Aan de tentakels heeft C. sowerby een soort ogen, hiermee kan licht en donker gedetecteerd worden. De prooi wordt gevangen met de tentakels, de prooi wordt verdoofd door met een soort harpoentjes aan de tentakels gif te injecteren, de tentakels rollen om de prooi en brengen de prooi dan naar de mond waar deze verteert.
Volgens de literatuur is de hydromeduse te zien in augustus en september bij een watertemperatuur van rond de 25°C. Dit zou kunnen verklaren waarom het ene jaar wel veel kwalletjes te zien zijn en het andere jaar weinig of geen. De watertemperatuur wordt 's zomers niet altijd 25°C.
Ondanks de beschrijving in de literatuur hebben we medusen begin juli gezien bij een watertemperatuur van rond de 20°C.